Een markante maandagmorgen mail
Foto van het dagboek van Etty – uit het Etty Hillesum Huis- Middelburg
In onze straat ben ik de enige die de vlag uithangt in die korte periode in het jaar dat je wel drie keer mag vlaggen; op koningsdag, 4 en 5 mei. Als ik, staand op een trap, de vlaggenstok in de houder steek, denk ik altijd even aan mijn vader. Hij deed dat ook altijd. Samen met ons. In de brede laan om de hoek van onze straat wapperen altijd een heleboel vlaggen. Waarom weet ik niet precies, maar iets in mij wordt dan blij. Ik denk dat het met verbinding te maken heeft.
Op 4 mei staan we met honderden mensen bij elkaar op buitenplaats Goudenstein in Maarssen. Allemaal met een witte roos. En als de klok 8 slaat zijn we samen stil. Dan voel ik dat ook even.
Vrijheid is het vermogen om verbinding te ervaren met iets of iemand.
Ook als al je vrijheid je ontnomen is
‘Wij keken alle twee naar de blauwe hemel, de kale kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden, naar de meeuwen en de andere vogels die in hun scheervlucht wel van zilver leken. Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken.
Zolang dit bestaat, en ik het mag beleven, deze zonneschijn, die hemel waar geen wolk aan is, zo lang kan ik niet treurig zijn.’
Zo schrijft Anne Frank tijdens WOII in haar dagboek. Over de kastanjeboom die zij vanuit het Achterhuis kan zien. Die verbinding met dat stukje buitenwereld biedt haar troost.
De andere bekende joodse dagboekschrijfster, Etty Hillesum, schrijft in die periode over de verbinding met de jasmijn achter haar huis.
‘O ja, die jasmijn. Hoe is het toch mogelijk mijn God, hij staat daar ingeklemd tussen de verveloze muur van de achterburen en de garage. Tussen dat grauw en dat modderige donker is hij zó stralend, zo ongerept, zo uitbundig en zo teer, een overmoedige jonge bruid, verdwaald in een achterbuurt. Ik begrijp niets van die jasmijn. Dat hoef je ook niet te begrijpen. Men kan nog best in deze twintigste eeuw in wonderen geloven, Dit is een wonder.’ ……
….. ‘Ik ben bij de hongerenden, bij de mishandelden en bij de stervenden iedere dag, maar ik ben ook bij de jasmijn en bij dat stuk hemel achter mijn venster. Er is voor alles plaats in één leven.’
Etty voelt zich verbonden met alles. Met iedereen. Met het mooie en het pijnlijke, het goede en het kwade. Tegelijkertijd. Ze komt om in Auschwitz, maar iets in haar heeft heel weten te blijven.
Wat schrijf jij?
Ik voel me verbonden met mijn vader als ik de vlag ophang. En met het land waarin ik woon.
Karin
Voice Dialogue expert, opleider, trainer, (relatie)coach
Reacties op deze maandagmorgen mail
- Wederom mooi en actueel.